dinsdag 20 december 2011

Stagedag 6, 20 december

Ik kwam vandaag op mijn stageschool aan en daar wachtte mij direct een teleurstelling. Ik zou morgen eindelijk lesgeven, maar door een roosterwijziging kan dat niet doorgaan. Nu ga ik dus pas na de kerstvakantie beginnen. Ik baal enorm. Ik heb drie p-taken te vervullen en ik loop al weken achter. Ik zie niet in hoe ik alle opdrachten die ik moet doen voor mijn p-taken nog kan doen. Verder moet ik ook nog opdrachten uitvoeren voor vakdidactiek en voor drama. Het begint een beetje een hopeloze zaak te worden. Het is echt een overmachtssituatie, maar het is wel knap vervelend. Ik begin er steeds meer van te balen.

Dan nu de stagedag zelf. Het was een rustig dagje, want Helen had vandaag maar twee lessen te geven. De eerste les was een toets en de tweede les een laatste herhaling voor de toets die de leerlingen morgen hebben.

Les 1
Deze les hadden de leerlingen een toets. Helen deelde de toetsen pas uit toen het helemaal stil was. Ze zei van tevoren nog dat de leerlingen niet meteen moesten beginnen, maar dat ze eerst even met hen wilde bespreken wat ze bij elk onderdeel precies moesten doen. Toen ze de toetsen had uitgedeeld en een paar leerlingen nog praatten, zei ze: 'Nu niet meer praten, anders denk ik dat je spiekt en heb je een 1.'. Nadat ze de toets met elkaar hadden doorgenomen, mochten de leerlingen beginnen.

Het was muisstil tijdens de toets en de meeste leerlingen waren serieus aan het werk. Toch waren er een paar leerlingen die niet geconcentreerd waren en bij elkaar probeerden te spieken. Het ene meisje had het boek voor zich, want zij moest leren in plaats van de toets maken en de ander wilde de antwoorden van haar weten. Helen zag dit niet, maar ik wel. Ik was weer in dubio of ik moest reageren of niet. Ik heb er toen voor gekozen om de leerlingen streng aan te kijken en ik bleef hen in de gaten houden. Dit hielp gelukkig. Totdat Helen een vraag van een leerling beantwoordde en de twee meisjes hun kans grepen. Toen heb ik een keer flink in mijn vingers geknipt en tegen het meisje met de boeken gezegd (welliswaar op fluistertoon) dat ze zich moest omdraaien. Dat andere meisje wees ik op haar blaadje. Ze hebben het daarna niet weer geprobeerd.

Een aantal leerlingen in die klas hebben dyslectie. De toets bestond uit woordjes, grammatica en een leestekst. Eén dyslectisch meisje was nog maar net toe aan de leestekst toen de bel ging. Zij heeft ook altijd grote moeite met leesteksten. Helen vroeg mij het uur daarop of ik met dat meisje de leestekst wilde doornemen. Ze zei dat ik haar mocht helpen, als ik het meisje uiteindelijk zelf maar het antwoord liet verzinnen. Ik ben met het meisje rond de tafel gaan zitten en heb haar steeds stukjes laten lezen per vraag. Ik heb haar gevraagd om de zinnen waar je het antwoord in kon vinden te vertalen en heb haar trucjes geleerd om erachter te komen welk antwoord de juiste is.

Les 2
Helen dacht dat de leerlingen een toets hadden en zegt dat tegen de leerlingen, waarop de leerlingen paniekerig naar haar toe komen en zeggen dat die voor morgen gepland stond. Toen Helen daarop in haar agenda keek, zag ze dat ook staan; de leerlingen konden weer kalmeren.

Helen heeft de leerlingen toen aan het werk gezet met de 'test yourself' zodat ze nog even flink konden oefenen voor de toets. De leerlingen gingen ermee aan het werk. Om te observeren, was deze les vrij saai. Er gebeurde niet veel. Af en toe moest Helen de leerlingen weer even tot de orde roepen dat ze niet zoveel moesten kletsen en aan de slag moesten gaan met de 'test yourself'. Zoals altijd bleef Helen consequent.

Ik betrapte mezelf erop dat mijn ogen regelmatig dicht vielen. Ik kon het niet echt tegengaan. Ik dacht de hele tijd: 'Ogen open houden!', maar dat werkte niet echt. Het reizen put me behoorlijk uit.

Ik heb Helen vandaag mijn lesformulier voor de eerste les die ik ga geven laten zien en ze vond hem goed. Ze zei wel dat ik veel dingen op het bord moest schrijven en dat ben ik ook zeker van plan. Ik zei nog tegen haar dat Albert Lotgering tegen me had gezegd dat ik veel Engels moest gebruiken in de lessen. Daar was Helen het mee eens. Ze zei dat ze dat zelf nooit echt doet, terwijl ze wel vind dat je het zou moeten doen. Ze heeft het wel gedaan, maar is er op een gegeven moment mee gestopt, omdat ze de leerlingen haar vaak niet begrepen en zij dan steeds in het Nederlands moest herhalen wat ze in het Engels al had gezegd. Ze vond het daarom wel zo gemakkelijk om het bij het Nederlands te houden. Ze hoopte trouwens dat ze van mij kon leren om je lessen voornamelijk in het Engels te geven, want ze vind het wel slecht dat ze dat niet meer doet. Ik moet eerst maar eens zien of ik dat zelf wel kan. Ik hoop het natuurlijk wel, want ik vind ook dat een Engels docent veel Engels moet spreken tijdens zijn lessen.

woensdag 14 december 2011

Stagedag 5, 14 december

Vandaag was Helen er gewoon weer. De toestand van haar zus is nog steeds hetzelfde, maar ze mocht weer naar huis van de neuroloog.

Ik heb een gezellige dag gehad vandaag. We hadden vandaag drie normale lessen en één steruur. Een steruur houdt in dat er een leraar uitvalt en dat die les dan wordt overgenomen door een andere docent. Tijdens die les kunnen leerlingen aan verschillende vakken en opdrachten werken.

Ik heb nu al redelijk wat lessen van Helen mogen volgen. Wat me opvalt is dat Helen zich eigenlijk altijd hetzelfde gedraagt: ze is consequent, streng, positief, ze heeft humor, ze vertelt tijdens haar lessen regelmatig iets over haar privéleven en ze is geduldig en vriendelijk. Haar lesopbouw is ook vaak hetzelfde. Aangezien ik niet continu in herhaling wil vallen over haar handelingen zal ik mijn verslagen iets bondiger houden.

Les 1
Dit was weer haar mentorklas, een eerste vmbo t/havo klas. Helen begon de eerste les weer met het activeren van voorkennis. Dit doet ze elke les even om hun geheugens op te frissen. Ze kwam terug op het maken van vraagzinnen met 'to be', 'can' en 'to do'. Ze schreef gewone zinnen op het bord, bijvoorbeeld 'She is friendly.' en de leerlingen moesten daar vraagzinnen van maken. Die schreef ze vervolgens ook op het bord, bijvoorbeeld 'Is she friendly?'. Eén van de zinnen die ze op het bord zette, was als volgt: 'Margreet loves chocolate.'. Ze zei vervolgens: 'Dat is mijn beste vriendin en ze houdt echt van chocola. De leerlingen moesten hier een vraagzin van maken: 'Does Margreet love  chocolate?'. Ze attendeerde de leerlingen er nog eens extra op dat er twee dingen gebeurden, namelijk dat je een vraagzin met 'to do' maakt en dat de 's' van loves verdwijnt en naar 'Do' verschuift.

Na de inleiding bespreken ze het huiswerk mondeling. Het is een opdracht waarin leerlingen vragen moeten opschrijven die passen bij het gegeven antwoord. Voor het bespreken, zegt Helen nog dat ze om een vraagzin te maken het werkwoord moeten gebruiken dat gegeven is in het antwoord. Als daar al een vorm van 'to be' of 'can' in staat dan gebruik je dat woord, als dat niet het geval is dan gebruik je 'do/does'. Helen wijst steeds iemand aan die een zin voor moet lezen. Af en toe worden do en does door elkaar gebruikt en dan zegt Helen steeds: 'Bijna! Je moet nog één klein dingetje veranderen.' Ze reageert steeds positief op leerlingen en stimuleert de leerlingen die een fout antwoord geven om zelf op het goede antwoord te komen. Na het bespreken, zegt Helen: 'Zo'n opdracht krijg je niet op de toets. Nee, ik maak zinnen en die moet je dan vragend maken.'. Ook dat doet Helen vaak. Ze legt steeds uit wat er op de toets komt, zodat de leerlingen weten wat ze kunnen verwachten en zich dus ook op de juiste manier voor kunnen bereiden.

Opeens roept een meisje: 'Mevrouw, mijn hele tas is nat. Alles is nat.'. Haar pakje drinken was in haar tas geknapt. Helen vertelt dan dat zij in de brugklas een beker had met zo'n drukdop, dat die regelmatig open ging in haar tas en dat haar hele tas er dan regelmatig ook onder zat. Ik vind het leuk dat ze af en toe iets over zichzelf vertelt aan de leerlingen. Ik denk dat dat een band tussen docent en leerling sterker kan maken. Ik merkte vandaag in ieder geval dat de leerlingen het leuk vonden dat Helen dit over zichzelf vertelde. Ze beginnen dan een beetje te lachen en te kletsen.

Helen begint met een nieuw onderwerp: ontkenningen met not. Als Helen op het bord begint te schrijven, is een jongen, Jacob genaamd, weer druk aan het kletsen. Helen draait zich om en zegt: 'Ik vind dit heel vervelend, hoor Jacob!'. De klas is meteen helemaal stil. Als Helen de leerlingen aanspreekt op ongewenst gedrag, heeft dit altijd het gewenste effect. Dat vind ik heel knap. Ze gaat verder met de ontkenningen. Ze schrijft leuke voorbeeldzinnen op het bord die de leerlingen dan om moeten zetten in ontkenningen. Ook die zinnen schrijft ze op het bord.

Met 'to be':
I am a nice girl.
He is cute! (O, hij is zo leuk, hij is zo leuk!, zegt Helen.)
We are lost.

Met 'can':
I can see you.
He can call me. ('Nou, ik heb liever niet dat hij me belt.', zegt Helen, 'Hoe zeg ik dat?')

Helen zegt dan tegen de leerlingen: 'Dit levert eigenlijk nooit problemen op, maar nu do/does (he-she-it).

I like you.
I don't like you.
She hates me.
She doesn't hate  me.

Na deze uitleg, legt Helen de oefening uit die de leerlingen moeten gaan maken. Ze doet eentje van de opdracht alvast voor:
A bear can't fly, (Helen: 'Nee, is een heel vreemd gezicht.') but it can climb a tree. 
Ze maakt dus weer even een grapje tussendoor, zoals ze zo vaak doet.

Af en toe roept Helen de leerlingen weer even tot de orde. Tegen twee jongens die een 10 hadden op het so zegt ze op een grappige manier: 'Jullie mogen dan wel een 10 hebben allebei, maar er wordt wel gewerkt hoor. Gaan direct naast de schoenen lopen.'

Aan het einde van de les geeft Helen de toetscijfers aan degenen die dat willen. Ze zegt van tevoren: 'Als ik kijk naar de t-cijfers, is het heel heel heel heel heel goed gemaakt.'. Zij leest een naam voor en die leerlingen moet dan ja of nee zeggen om aan te geven of Helen het cijfer hardop voor mag lezen. Ze leest vervolgens bij elke leerling twee cijfers op. Eén voor tl-niveau en één voor havo-niveau. Er zitten hele hoge cijfers bij en een paar lage, maar over het algemeen is de toets heel goed gemaakt.

Na het geven van de cijfers zegt ze: 'Dames en heren, pak je agenda. Het is nog geen tijd.'. Ze schrijft vervolgens het huiswerk op het bord en de leerlingen moeten verder gaan met de opdracht.

Weer mis ik de terugkoppeling op het geleerde. Ik heb bij Helen nog geen terugkoppeling gezien in al die lessen en ook de echte check-op-begrip mist tot nu toe. Ze vraagt wel of iedereen het snapt, maar dat is natuurlijk geen echt check-op-begrip. Ik hoop maar dat ik deze twee belangrijke punten niet vergeet tijdens mijn lessen. Ik zal ze goed op mijn lesformulier moeten zetten.

Les 2
De tweede les is een steruur van KT1A. Dat is één van de twee klassen die ik tijdens mijn stage les ga geven. Tijdens het steruur wordt er niet echt les gegeven. De rol van de docent houdt in dat je moet begeleiden en dat je controleert of de leerlingen wel echt met school bezig zijn. Ik zelf heb mijn eerste contact met een aantal leerlingen gelegd tijdens dit steruur. Ik vond het wel een mooie gelegenheid om vast een band op te bouwen. Ik heb me ook aan hun voorgesteld. Dat waren Helen en ik nog vergeten te doen bij deze klas. Verder heb ik hun spullen uitgedeeld, omdat ik hun namen vast wilde oefenen. Tijdens dit uur heb ik leerlingen af en toe geholpen, heb ik gecontroleerd of de leerlingen achter de computers wel echt met school bezig waren en heb ik wat met Helen gekletst. Het was een gezellig uur.

Helen had me nog een mailtje laten zien van een vader die wat wanhopig was over de resultaten van zijn dochter (hij was ietwat beschuldigend naar Helen toe) en ze vroeg nog hoe ik op zo'n mailtje zou reageren. Af en toe zei ze: 'Dit kan ik wel zeggen toch?'. Ik vond het leuk om erover na te denken hoe ik op 'beschuldigende/wanhopige' mail zou reageren. Ook vond ik het wel eens interessant om te zien dat docenten zulke dingen ook allemaal meemaken met ouders. Ik had er nog niet eerder echt over nagedacht, maar dat is ook een kant van het onderwijs: 'Hoe ga je om met kritiek/beschuldigingen van ouders?'.

Tijdens het steruur draaide Helen nog een muziekje om het wat gezelliger te maken voor de leerlingen. Ze zei tegen me dat leerlingen dat altijd erg leuk vonden. Er hing een gezellige, gemoedelijke sfeer tijdens dit uur.

Les 3
Dit was de les Engels voor KT1A, dezelfde klas van hierboven.

Helen begint de les weer met een terugkoppeling op de vorige les, in dit geval een terugkoppeling op de bezits-s. Ze kijken de huiswerk opdracht gezamenlijk na en Helen schrijft de antwoorden op het bord.

Het valt me wel op dat Helen vaak de leerlingen met de vingers omhoog de beurt geeft. Dan vind ik jammer, want de leerlingen zonder de vingers omhoog vinden het juist vaak moeilijk en door hun de beurt te geven kan Helen erachter komen waar het probleem ligt en kan ze hen verder helpen.

Er zijn twee meiden die niet snappen waarom je het bezit van meervoud alleen met een apostrophe achter het woord aangeeft en niet met 's. Helen legt het hun uit, maar dan snappen ze het nog niet. Dan vraagt Helen aan de andere leerlingen of er iemand is die het de meiden uit kan leggen, maar ze krijgt niet echt goede hulp. Helen heeft het toen nog een keer stap voor stap uitgelegd aan de leerlingen en deze stapjes heeft ze op het bord gezet. Ze blijft heel geduldig. Na een tijdje begint er iets te dagen bij de meiden. Helen zei later tegen mij dat ze het aan de leerlingen vroeg, omdat die het soms op hun eigen niveau begrijpelijker kunnen uitleggen aan medeleerlingen. Zo nu en dan kan het zijn dat een docent te moeilijke woorden gebruikt of dat ze niet ziet waar het probleem bij de leerlingen ligt. Op zulke momenten kunnen medeleerlingen het soms beter aan elkaar uitleggen, omdat ze van elkaar begrijpen waar het probleem ligt/wat moeilijk is. Toen Helen de extra uitleg aan die meiden gaf, werd de rest van de klas steeds rumoeriger, omdat zij het wel al snapten. Dus roept Helen hen weer tot de orde: 'Dames en heren! Wij gaan verder met 7.' Het wordt weer stil.

Na het bespreken van de opdracht vraagt Helen: 'Wie had ze alle acht goed? Keurig, heel goed.'. Ze zet de leerlingen aan het werk met de test yourself. De leerlingen die daar al klaar mee zijn, moeten verder gaan met de reading letters, of ze mogen de stones en de grammatica leren. Ze heeft altijd een extra opdracht achter de hand.

Als de leerlingen met de test yourself aan de gang zijn, klets ik wat met Helen. Ze vertelt me over haar kerstplannen met haar man en hun vrienden. Ze laat me ook foto's van haar facebook zien van haar dochtertje, haar man en van haar zelf. Ik vind het fijn dat ik Helen wat beter leer kennen, want dan durf ik ook wat meer van mezelf te laten zien. Dat zal me helpen als ik straks zelf voor de klas sta en zij mij observeert en beoordeelt.

Aan het einde van de les geeft ze de cijfers aan de leerlingen die dat willen. Ze leest weer twee cijfers voor. Deze keer is het eerste cijfer voor het kb-niveau en het tweede voor het tl-niveau. Dan laat ze de leerlingen gaan.

Les 4
De vierde les had Helen klas TH1B. Dit is de andere klas die ik onder mijn hoede krijg.

Helen begon ook deze les met een terugkoppeling op de bezits-s. Daarna leidt ze de opdracht in die de leerlingen moeten uitvoeren. Deze leerlingen gaan over de bezits-s. Als de leerlingen klaar zijn, bespreken ze de opdracht. Helen vraagt aan de leerlingen wie de antwoorden op het bord willen schrijven en er gaan weer veel vingers de lucht in. Ze kiest er twee.

De leerlingen moeten nog een paar opdrachten maken die ze daarna weer gaan bespreken. Weer mogen een aantal leerlingen de antwoorden op het bord schrijven.

Eén jongen, Ferdinand, is de hele tijd aan het kletsen en lachen. Helen had hem al gewaarschuwd dat ze hem eruit zou sturen als hij niet stil zou zijn en uiteindelijk moet ze hem er uitsturen. Hier schrikt de rest een beetje van denk ik, want ze worden allemaal ineens een stuk rustiger en stiller. Helen waarschuwt ook dat wie er nog praat, wordt opgeschreven en strafwerk krijgt.

Na de les komt Ferdinand terug met de ingevulde strafbrief die Helen controleert en waar ze haar handtekening onder zet. Deze moet hij inleveren. Helen geeft hem ook strafwerk mee naar huis. Hij moet een bladzijde uit het textbook overschrijven. Ik vind het goed dat ze hem eruit had gestuurd, want hij praatte veel te veel tijdens de les en dat verstoorde de les. Ik vond het overigens wel een schattige jongen, maar dat terzijde.

dinsdag 13 december 2011

Stagedag 4, 13 december

Toen ik al in de bus zat, belde Helen mij dat zij vandaag niet op school kwam, omdat haar zus gisteravond in het ziekenhuis is opgenomen. Aangezien ik toch al onderweg was, ben ik toch naar het Aletta Jacobs gegaan. Ik ben naar Albert Lotgering gegaan en heb het derde en vierde uur met hem meegelopen. Zijn lessen werden gegeven door een stagiaire, Suze, die een educatieve minor doet. Zij studeert Engels aan de Rijksuniversiteit in Groningen.


Les 1
De eerste les had zij een kt1-klas. De les begon met een so. Er was één jongen erg vervelend, zowel toen zij de so uitdeelde als tijdens de so. Hij had de hele tijd zijn mond open. De andere leerlingen waren rustig tijdens de so. Op een gegeven moment kwam er een docent in het lokaal met een aantal leerlingen. Dat kan allemaal, omdat het open lokalen zijn. Ik kan hier nog steeds niet aan wennen. De docent vroeg aan Suze of de leerlingen op de computers mochten werken in het lokaal dat er naast lag. Door dit hele gebeuren was de concentratie van de leerlingen even weg. Zo ook die van de jongen die al vervelend was. Suze heeft hem in de studio gezet nadat hij klaar was met zijn so.

De rest van de les hebben de leerlingen oefeningen gemaakt die de grammatica en de woorden van het hele hoofdstuk herhaalden. Dit was namelijk de laatste les voor de toets over het hele hoofdstuk. Suze zette het huiswerk op het bord en ze schreef ook op wat de leerlingen konden doen als ze klaar waren.

Wat me tijdens de les opviel, is dat Suze veel Engels gebruikte en van de 'moeilijke' woorden gaf zij gelijk de Nederlandse betekenis, bijvoorbeeld: 'You have approximately, ongeveer, ten minutes.' Zij gebruikte veel meer Engels tijdens de les dan ik Helen tot nu toe heb horen doen. Dat mis ik bij Helen wel een beetje.

Verder viel het me op dat ze echt met de leerlingen begaan was. Ze bleef geduldig en hoewel ze streng was, was ze ook erg aardig en vrolijk naar de leerlingen toe. Ik vind dit een mooie combinatie. Ik zag haar op een gegeven moment ook een meisje even kort over haar bovenarm aaien. Je kon zien dat het meisje dat wel kon waarderen. Ik denk dan ook dat ze wel een goede band heeft met de leerlingen.

Les 2
De tweede les had Suze een tl4-klas. Albert Lotgering begon deze les. Hij besteedde aandacht aan de afgelopen toets. Het resultaat was namelijk ietwat teleurstellend geweest. Het gemiddelde was een 6.1 dus dat was wel redelijk. Het hoogste cijfer was een 9.8, wat geweldig was natuurlijk, maar er waren ook veel onvoldoendes gevallen waaronder een 1.3. Eigenlijk, als ik heel eerlijk ben, vond ik niet dat Albert Lotgering het leuk bracht. Hij zei namelijk herhaaldelijk dat de leerlingen zulke 'stupid, silly mistakes' hadden gemaakt. Ik ben van mening dat je zoiets ook anders kan brengen zonder de leerlingen 'terecht te wijzen'. Ik weet in ieder geval dat als ik daar in de klas had gezeten dat mijn aandacht al lang weg was geweest bij zulke opmerkingen.

Daarna nam Suze de les over. Ze gingen een nieuw hoofdstuk inleiden over hobby's en vrije tijd. Ze is toen eerst de woordjes met de leerlingen langs gelopen en daarna stelde ze de leerlingen allemaal vragen over hun hobby's. Het was een leuke introductie en ze deed het allemaal in het Engels. Vaak antwoordden leerlingen in het Nederlands terug of in het Engels met één of twee woorden. Ze attendeerde hen er af en toe op dat ze in hele zinnen in het Engels op de vragen moesten antwoorden, omdat dat in de mondeling die er aan zit te komen ook moet. Ze ging er echter niet steeds weer op in als leerlingen toch in het Nederlands antwoorden, met als gevolg dat ze zeer weinig Engelse respons kreeg. Verder hing er de hele les door een prettige, gezellige sfeer in de klas. Aan het einde hebben ze nog een luistertoets gedaan en daar een aantal opdrachten over gemaakt.

Aan het einde van de dag had ik ook nog even een gesprekje met Albert. Ik merkte toen alweer dat ik me niet helemaal op mijn gemak voel bij hem; ik vind hem onder andere autoritair. Ik heb faalangst en heb er veel moeite mee om mijn werk te doen als ik mij niet op mijn gemak voel. Als ik me niet op mijn gemak voel, kan ik gelijk mezelf niet meer zijn. Ik heb vertrouwen van iemand nodig en dat voel ik bij hem totaal niet. Bij het kennismakingsgesprek had hij meteen al gezegd dat hij schrok van hoe weinig stagiaires vaak wisten en dat hij vond dat het vaak te wensen over laat. Misschien bedoelde hij het niet zo heftig, maar ik vond het niet leuk om te horen. Ik had gelijk geen vertrouwen meer in zijn 'beoordeling' over mij. Ik weet dat uiteindelijk Helen mij beoordeelt, maar ik voel wel extra druk. Misschien is het niet helemaal eerlijk dat ik dit allemaal zeg, maar dit is wat ik ervaar. Hopelijk kan ik mijn mening snel bijstellen.

woensdag 7 december 2011

Stagedag 3, 7 december

Voor mijn gevoel heb ik vandaag mijn eerste echte stagedag gedraaid. Ik heb eindelijk een coach toegewezen gekregen en daar heb ik vandaag mee meegelopen. Mijn dag begon trouwens rampzalig, want de wekker was niet afgegaan. Ik had toen nog vijftien minuten voordat ik in de auto moest zitten en was dus mijn 'klaar voor de stageverslag' e.d. vergeten. Maar goed, dat ter zijde, ik was op tijd.
Helen had vandaag drie lessen. Twee th-klassen en één kt-klas. Het zijn alle drie eerste klassen.

Les 1
De eerste les had ze een th-klas, tevens haar mentorklas.

De les begint met een so. Het is weer dezelfde toets als die de andere leerlingen vorige week hadden. Voordat de les begint, laat ze de leerlingen hun tafels uit elkaar schuiven. Het is erg onrustig en lawaaiig. Helen wacht daarom met een strak gezicht en haar armen over elkaar geslagen tot het stil wordt. De leerlingen worden dan vrijwel direct stil.

Voordat ze de toets uitdeelt, geeft ze er weer instructies over. Ook vandaag zegt ze nog eens extra: 'Vergeet niet je naam erop te zetten.' Het is nooit overbodig om dat een aantal keren te herhalen als je het mij vraagt.

Tijdens de toets is het muisstil; de leerlingen zijn geconcentreerd bezig met de toets. Alhoewel een aantal leerlingen al veel eerder klaar is dan de rest, blijft het stil. Ook wanneer de meeste leerlingen al klaar zijn, blijft het nog stil. Dit vind ik opvallend, want mijn ervaring is dat veel leerlingen het niet op kunnen brengen om tot het einde toe stil te blijven tijdens een toets.

De leerlingen worden rumoerig als de tijd voor de toets om is. Ze praten met elkaar over de so. Zinnen als 'Ja, dat heb ik ook.', 'Ik had....', 'Dat dacht ik dus ook.', 'Nee, die snapte ik ook niet.' vliegen door het lokaal. Na de toets mogen de tafels weer tegen elkaar aan.

Ze gaat nu twee dingen opgeven. Huiswerk en een toets over het hele hoofdstuk. Ze zegt: 'Vanwege familieomstandigheden ben ik er morgen niet.' Het huiswerk en de stof voor de toets schrijft ze met de data op het bord. De data en bijbehorende lesuren komen er weer in het Engels op te staan. Terwijl ze aan het schrijven is, vraagt een meisje haar iets. Haar antwoord is: 'Even wachten, ik kan maar één ding tegelijk.'.

Als ze klaar is met het huiswerk op het bord zetten, bespreekt ze met de leerling dat er volgende week voorlichting over de school aan de kinderen van de basisscholen moet worden gegeven. Aangezien het basisscholen betreft waar een aantal van haar leerlingen op hebben gezeten, vraagt ze wie van die leerlingen dat eventueel zouden willen doen. Ze laat de leerlingen zelf kiezen. Ze gaat dan met de vier gekozen leerlingen de klas uit en zegt tegen de rest: 'Jullie gaan bezig met het huiswerk'.' Veel leerlingen gaan daadwerkelijk aan het werk, maar een aantal heeft er geen zin in en begint met elkaar door de klas te praten. Steeds meer leerlingen beginnen dan met elkaar te kletsen. Ik zie na een tijdje nog maar een aantal leerlingen die echt aan het werk zijn.

Ik hoor één jongen zeggen over het feit dat die anderen voorlichting gaan geven: 'Ik hoop niet dat ze eerder vrij zijn. Dat zou echt fucked up nakkerig zijn.' Ik vraag me af waar hij die woorden allemaal vandaan haalt. Ik moet er stiekem wel een beetje om lachen.

Als Helen dan ineens binnenkomt om één van de leerlingen terug te brengen naar het lokaal, valt het ineens compleet stil. Dit is heel herkenbaar. Zo ging dat ook altijd toen ik nog op de middelbare school zat. Eerst kletsten we enorm en als dan de leraar binnenkwam waren we muisstil. Grappig dat we toen altijd dachten dat de leraren het niet door hadden. Eén van de jongens zegt ook: 'Wat is het stil hè?'. Waarop Helen zegt: 'Ja, schrokken jullie van de deur?'. Ik vind dat ze er leuk op reageert. Zodra ze weg is, gaan de gesprekken verder.

De jongen die ik net noemde met het 'mooie' taalgebruik hoor ik dan tegen een klasgenoot zeggen: 'Wist je dat op MSN stond dat er een jurk is gemaakt van condooms?'. Ik vind het grappig om te horen waar ze het allemaal over hebben.

Een paar andere jongens schreeuwen en trekken aan elkaar. Ik ben echt aan het observeren en wil zien wat er allemaal gebeurt als een docent de klas uit gaat, dus ik zeg er niets van. Ik twijfel wel of ik er iets van moet zeggen, maar dan zou ik uit mijn rol als observator treden.

De leerlingen zien dat het bijna tijd is en beginnen op te ruimen. Dan komt ook Helen weer binnen met de overige drie leerlingen. Ze laat hen hun stoelen opruimen en dan mogen ze gaan.

Les 2
De tweede les had Helen een kt-klas.

Aan het begin van de les activeert ze de voorkennis van de leerlingen door hen te laten nadenken over wat ze de vorige keer ook alweer hadden behandeld, vragen maken met een vorm van 'to be' en vragen maken met 'can'. Ze hebben hier ook huiswerk over gemaakt. Ook had ze huiswerk opgegeven over hoe je antwoord geeft op zulke vragen. Dit onderwerp behandelt ze deze les.

Na de uitleg hiervan, mogen twee leerlingen de antwoorden van het huiswerk op het bord schrijven. De rest van de leerlingen blijft stil. Hierna bespreekt ze wat er op het bord staat. Op het bord staat 'I' met een kleine letter geschreven. Helen benadrukt dat je 'I' altijd met een hoofdletter schrijft. Het huiswerk was om antwoord te geven op vragen met een vorm van 'to be' of met 'can'. Daar zijn altijd twee antwoorden op mogelijk, namelijk een bevestiging met 'yes' en een ontkenning met 'no'. Ze vraagt de leerlingen dan ook steeds om het tweede antwoord dat mogelijk is en dat niet op het bord staat. Ze negeert daarbij de vingers en wijst zelf leerlingen aan. Hier is sprake van individuele aanspreekbaarheid. Ze stelt namelijk een open vraag en niemand weet wie de beurt krijgt, dus moet iedereen wel over een antwoord nadenken.

Na het bespreken van de opdracht, vertelt Helen de klas meteen dat ze dit ook van de leerlingen verlangt op de toets. Ze hebben volgende week een proefwerk en daar komt ook zo'n oefening in voor.

Het is dan eventjes rumoerig, maar als Helen weer begint, is het weer stil. Ze begint met de uitleg over ontkenningen met 'have got' en ontkenningen met een vorm van 'to be'. Eerst legt ze uit dat een een ontkenning betekent dat iets niet zo is. Dan begint ze met hoe je een ontkenning maakt met 'have got'.

Op het bord schrijft ze:
niet = not
I have got blue eyes.

Ik vind het leuk dat ze het op zichzelf betrekt. Ze zegt namelijk: 'Dat is helemaal niet waar. Ik heb helemaal geen blauwe ogen. Hoe maak ik hier een ontkenning van? Ergens in deze zin moet 'not' staan, maar waar?'. Een leerling beantwoordt die vraag en Helen schrijft het op het bord:
I have not got blue eyes.
    haven't
Daarna behandelt ze nog een paar zinnen op dezelfde manier en ook die schrijft ze op. Ze zegt nog: 'Dus 'not' komt er elke keer tussen.'.

Het valt me op dat er steeds veel met het bord wordt gewerkt. Veel dingen worden opgeschreven om het voor de leerlingen zichtbaar te maken. Ik vind dit erg goed. De leerlingen kunnen de stof dan ook goed overnemen.

Daarna behandelt ze ontkenningen met 'to be'. Ze schrijft op het bord:
I am twelve years old.
Ze zegt weer: 'Dat ben ik helemaal niet, ik ben eenendertig. Hoe maak ik hier een ontkenning van?' Ook dat antwoord schrijft ze weer op het bord.
I am not twelve years old.
Zo behandelt ze ook nog twee voorbeelden met 'are' en 'is'. Helen verwijst bij deze ontkenning ook nog naar het Nederlands. Ze vertelt dat het lijkt op hoe wij dat in het Nederlands doen.

De leerlingen moeten een opdracht maken. Ze worden dan rumoerig. Helen loopt wat door het lokaal en kletst ondertussen wat met een aantal leerlingen. Er hangt een gezellig en ontspannen sfeertje. Op een gegeven moment roept Helen de leerlingen weer tot de orde: 'Dames en heren, ssst sssst.'. Meer dan dat is niet nodig om hen stil te krijgen.

Bij het bespreken van de opdracht mogen twee leerlingen weer de antwoorden op het bord schrijven. Daarna gaan ze er weer met zijn allen naar kijken.

Eén van de leerlingen heeft de antwoorden voluit geschreven: have not got, has not got. Helen zegt daarom nog een keer extra dat je ook "haven't got" en "hasn't got" op mag schrijven; dat het beide prima is. Na de bespreking vraagt ze de leerlingen: 'Wie had ze alle acht goed? Goed zo, heel goed.'

'Ik ga huiswerk opschrijven en wat je daarna moet doen. Pak je agenda er maar even bij.' De datum en het bijbehorende lesuur komen weer in het Engels op het bord te staan. Het huiswerk gaat over de bezits-s. Dat hebben ze vorige week behandeld, dus checkt Helen bij de leerlingen of het ze verschil nog weten tussen de meervouds-s en de bezits-s. Eén van de leerlingen moet het verschil uitleggen tussen "elephants" en "elephant's". Dit is een goede check-op-begrip.

Als de leerlingen aan het werk zijn, loopt Helen de klas door en maakt ze af en toe een praatje met een aantal leerlingen. Zo vraagt ze ook aan een aantal meisjes hoe het gaat en hoe het met de liefde gaat. De meisjes vonden het leuk dat Helen daarnaar vroeg.

Een aantal jongens begint daarna over een film te praten. Helen gaat daar even op in. Ze vertelt ook dat haar man die film ook had gezien en dat hij nu de hele tijd 'Bam, jonge' roept omdat dat in de film voorkomt. Haar dochtertje heeft dat dus al overgenomen, zegt ze. De jongens vinden dat grappig om te horen. Als het dan wat te gezellig wordt bij die jongens, zegt Helen: 'Er wordt ondertussen wel gewerkt hè? Er wordt veel gekletst maar weinig gewerkt.'. Als de jongens daar niet naar luisteren, zegt ze met duidelijkere stem: 'Nee, nou is 't even klaar; nou even aan het werk.'. Tegen de dames zegt ze: 'Dames, ook even doorwerken hè.'.

Omdat de klas rumoerig is, gaat ze bij alle groepjes leerlingen langs en kijkt naar hoe ver ze al zijn. Als ze het heeft gezien, zegt ze: 'Okee, ik weet nu hoe ver jullie zijn. Ik kom straks weer kijken.'. Dat werkt, want de leerlingen gaan meteen aan het werk.

Een echte afsluiter heeft de les niet. Ze mogen de stoelen aanschuiven en gaan.

Les 3
De derde les had Helen haar andere th-klas.

Ik heb me deze les voor het eerst aan de leerlingen voorgesteld, omdat we dat steeds vergaten. Ik stelde me voor als Mevrouw de Vries en zei dat ik stagiaire was van Mevrouw ten Brugge en dat ik hun op een gegeven moment ook les ging geven. Sommige leerlingen zeiden: ‘Vet!’. Ik hoorde alleen maar positieve reacties. Dat verraste me, want ik had verwacht dat de leerlingen zouden gaan zuchten en dat ze zouden vragen waarom dat nou weer moest. Nadat ik me had voorgesteld, begon Helen met de les.

Eerst activeerde ze de voorkennis van de leerlingen weer door terug te koppelen naar de vorige les. Weer was de vraag hoe je vragen maakt met een vorm van 'to be' en met 'can'. De leerlingen moeten antwoord geven door zinnen te transformeren naar vraagzinnen. Deze zinnen komen allemaal weer op het bord te staan.

Daarna koppelt ze terug naar vraagzinnen met een vorm van 'to do'. Ze zegt: 'Weten we het nog?' Ze schrijft de zin 'Wie love school.' op het bord en ze vraagt de leerlingen om hier een vraagzin van te maken. Hetzelfde doet ze met de zin 'A lion eats meat.'. Ze wijst bij die laatste zin nog dat het dan een vraagzin met 'does' wordt en dat daarom de 's' van 'eats' verdwijnt: 'Does a lion eat meat?'. Al deze zinnen komen ook weer op het bord te staan. Ze geeft aan dat je vragen met een vorm van 'to do' maakt als er geen vorm van 'to be' of 'can' in de zin staat. Ze schrijft ook nog het volgende rijtje op:
I do
You do
He/she/it does
We do
You do
They do

Hier hebben ze al huiswerk over gehad en dat bespreken ze mondeling. Helen reageert positief op de antwoorden en als de leerlingen niet helemaal het goede antwoord geven, geeft ze een voorzetje.

Dan mogen de leerlingen nog een opdracht maken en die bespreken ze weer door drie leerlingen naar het bord te laten komen om de antwoorden op te schrijven. Het is leuk om te zien dat bijna iedereen graag op het bord wil schrijven. Bijna alle handen gaan omhoog als Helen vraagt wie de antwoorden op het bord wil zetten.

Als Helen het huiswerk opschrijft, is de klas heel druk. Op een gegeven moment gooit een leerling een potlood naar een andere leerling. Helen zegt: 'Sorry?! Wie gooide dit potlood? Je hebt mazzel dat ik het niet gezien heb, wat dit tolereer ik dus niet.'

De leerlingen moeten nog een opdracht maken en Helen legt uit wat de bedoeling van die opdrachten is. Als de leerlingen ermee aan het werk zijn, loopt Helen de klas even uit. Ik heb toen de vraag van een leerling beantwoord. Als Helen terug komt, komen een aantal leren naar haar toe, omdat ze nog niet helemaal begrijpen wat ze in de opdracht moeten doen. Helen legt het hun nog een keer rustig uit.

Tien minuten voor het einde van de les komt er een meisje naar Helen toe om te vragen wat je mag doen als je klaar bent. Helen wil eerst ook zien of ze echt klaar is. Daarna mag ze op WRTS woordjes gaan oefenen. Zo gaat dat daarna met elke leerling die klaar is.

Ook deze les heeft niet een echte afsluiting. Wel komt de teamleider nog langs, want twee leerlingen uit de klas hebben een fikse ruzie gehad tijdens de voorafgaande gymles. De jongen had tegen een Somalisch meisje gezegd dat ze terug naar haar land moest gaan, waarop dat meisje doorsloeg. Ze vraagt van de leerlingen om zich er niet mee te bemoeien, omdat de ruzie dan alleen maar groter zou worden. Daarna mogen de leerlingen gaan.

dinsdag 6 december 2011

Stagedag 2, 6 december

Vandaag hebben we de hele dag meegelopen met klas T2A. Het rooster zag er als volgt uit:

1. Nederlands
2. Geschiedenis
3. Lichamelijke opvoeding
4. Duits
5. Aardrijkskunde
6. Economie

Daarna zouden we met Albert Lotgering en de twee coaches overleggen welke stagiaire plaats zou krijgen bij welke coach.

Les 1 - Nederlands
De docente was Mirjam. De methode die werd gebruikt: Nieuw Nederlands 2 vmbo t/havo

Aan het begin van de les vertelt Albert Lotgering de leerlingen dat Marjanne en ik een dag met hen mee zullen lopen en hij vraagt daarbij of zij ons mee willen nemen naar de lokalen toe.

De leerlingen zijn stil zodra de docente 'goeiemorgen' zegt. Ze begint de les dan door te vertellen wat ze die dag gaan doen en activeert de voorkennis met vragen als: 'Kevin, wat zijn ook alweer verwijswoorden?', 'Wie kan Kevin helpen?' en 'Kan iemand voorbeelden geven van verwijswoorden?'. De eerste vraag was gelijk gericht op Kevin, dus hoefde de rest niet na te denken. Daarnaast wees Mirjam de leerlingen aan die hun vinger opstaken. Er was dus geen sprake van individuele aanspreekbaarheid. Dat viel mij wel op. Verder vroeg de docente nog of de leerlingen ook zinnen konden maken met verwijswoorden en één van die voorbeeldzinnen schreef ze op het bord.

Wat ik goed vond van de docente, is dat ze duidelijk aangaf wat ze verwachtte van de leerlingen en dat ze ook nog een opdracht gaf die de leerlingen konden doen als ze klaar waren. Ze stelt nog even de beroemde vraag, die overigens niet zo goed bekend staat in de boeken: 'Zijn er nog vragen?', en dan mogen de leerlingen hun spullen pakken en aan het werk gaan. Wat ik ook sterk vond van de docente is dat ze nog extra op het bord zette wat de leerlingen moesten doen en in welke volgorde.

1. Studievaardigheid nakijken
2. Taal en woordenschat boek + werkboek af
3. Nakijken taal en woordenschat
4. Voorpagina portfolio
    Inhoudsopgave
5. Starten met grammatica

De leerlingen zijn aan het werk en ze lijken nog gemotiveerd te zijn dit eerste uur. Ze praten wel wat met elkaar, maar niet op een vervelende en storende manier. De docent loopt ondertussen rond om te controleren of iedereen zijn huiswerk wel af heeft. Af en toe roept ze de leerlingen even tot de orde: 'Gaat het over Nederlands?' Ik vind het mooi om te zien dat de leerlingen dan ook meteen weer aan het werk gaan. Het ziet ernaar uit dat ze wel willen werken voor deze docente.

Het laatste kwartier worden de leerlingen wel wat drukker en beginnen ze wat meer met elkaar te praten. Toch vond ik dat er deze les een goede werksfeer hing. De leerlingen zijn allemaal aan het werk geweest en hebben hun opdrachten nagekeken. Het was wat mij betreft een gezellige les.

Af en toe kwam er een leerling naar Mirjam toe met een vraag. Zij stond open voor hun vragen en bleef vriendelijk en geduldig.

Vijf minuten voor tijd laat de docente de leerlingen de computers afsluiten en hun agenda's pakken. De docente heeft het huiswerk op het bord geschreven en de leerlingen moeten dat overnemen. Als laatste vraagt ze nog vriendelijk of de leerlingen ons mee willen nemen. Dan mogen de leerlingen gaan.

Les 2 - Geschiedenis
De docent was Martijn.

De docent roept de leerlingen tot de orde door te zeggen: 'Ik wil graag even de aandacht.'. Verder zegt hij nog tegen een aantal leerlingen dat ze zich om moeten draaien. De leerlingen zijn meteen stil. Ik krijg daardoor gelijk de indruk dat deze docent goed de orde heeft over de leerlingen. De docent laat de leerlingen hun agenda's erbij pakken, waarin ze op moeten schrijven wanneer ze hun werkstuk in moeten leveren. Hij zegt daarbij dat als de leerlingen vragen hebben, ze hem altijd kunnen mailen of op kunnen zoeken, maar dat ze er in de les geen aandacht meer aan gaan besteden. Verder laat hij hen nog opschrijven dat ze op 17 januari een proefwerk hebben en hij geeft aan over welke stof dat gaat. Hij vertelt nog dat het heel belangrijk is dat de leerlingen aantekeningen maken bij zijn verhalen, omdat wat hij vertelt ook op de toets komt en niet in het boek staat.

Ik vind het leuk en betrokken dat de docent een stencil voor de leerlingen heeft gemaakt waar alvast een voorzetje opstaat voor de aantekeningen die ze moeten maken. Hij wil dat zij daarop schrijven wat zij belangrijk vinden en dat moeten ze in eigen woorden noteren.

Die dag gaat zijn verhaal over Adolf Hitler. Hij stelt tijdens zijn verhaal vragen aan de leerlingen en beantwoordt ook vragen die leerlingen hebben. Hij loopt heen en weer voor in de klas zodat hij elke leerling bereikt met zijn verhaal en het levendig blijft. Hoewel hij veel met zijn handen in zijn zakken staat, maakt hij ook weer heel veel gebruik van handgebaren. Dat maakt het interessanter om naar te luisteren. Verder praat hij erg duidelijk. Ik vind dat laatste een hele belangrijke eigenschap die een docent moet bezitten.

Tijdens zijn verhaal zijn de leerlingen stil en luisteren ze aandachtig. Je ziet ze aantekeningen maken en ze durven vragen te stellen. Zijn verhaal blijft boeiend om naar te luisteren. Hij vertelt mooi en levendig en herhaalt vaak wat hij heeft gezegd zodat het goed te volgen is.

Ik merk na verloop van tijd (ongeveer twintig minuten) dat mijn eigen aandacht begint te verzwakken en kijk om me heen of de leerlingen daar ook last van hebben. Ik zie inderdaad steeds meer leerlingen voor zich uitstaren en onderuit zakken. Het verhaal duurt denk ik net wat te lang, want hij gaat na dit 'verslappingsmoment' nog tien minuten door.

Ik vond het mooi om te horen dat de docent de gebeurtenissen in de geschiedenis makkelijker maakt door het aan 'het nu' te linken. Hij vergelijkt de tijd van vroeger met die van nu. Hij zorgt er ook voor dat de leerlingen zich beter kunnen inleven door te vertellen hoe Hitler zich gevoeld moet hebben tijdens zijn leven.

Ook tijdens deze les hangt er een goede sfeer in de klas. De leerlingen lachen niet als iemand een vraag stelt en ze doen goed mee in de les.

Een belangrijke afkorting schrijft + betekenis schrijft de docent op het bord en af en toe tijdens zijn verhaal zegt hij: 'Schrijf dit even op.'. Op die manier geeft hij aan wat belangrijk is om te onthouden voor de toets.

Na zijn verhaal zegt hij: 'Jullie gaan paragraaf 4.4 vraag 1 t/m 5 maken en lees het stukje even.'.

Als de leerlingen aan het werk zijn, vertelt hij nog over het boek 'Mein Kampf', door Hitler geschreven. De leerlingen vinden zijn verhaal interessant als hij vertelt dat het boek in Nederland verboden is, maar dat hij het toch thuis heeft. Hij had het die dag willen meenemen, maar is dat vergeten. De leerlingen vragen direct of hij het dan de volgende dag wil meenemen en de docent stemt toe.

Als de leerlingen weer aan het werk moeten, zijn ze eerst even heel uitgelaten. Aangezien ze een half uur lang hebben moeten luisteren, kan ik het me wel voorstellen. De docent gaat eerst de presentielijst maar even langs.

Nadat hij de presentielijst heeft ingevuld, roept hij de leerlingen tot de orde. Hij zegt dat hij het de laatste tien minuten stil wil hebben. De leerlingen worden meteen rustig. De docent loopt deze laatste tien minuten door de klas om aan iedereen te vragen hoe het met hun werkstukken gaat en of er nog vragen zijn.

Aan het eind van de les zijn de leerlingen weer druk. De leraar brouwt er een einde aan, maar een echte afsluiting op de les is er niet bij. Meer dan 'stoelen aanschuiven en gaan' wordt er niet gezegd.

Les 3 - Lichamelijke opvoeding
De docente was Jellie Oosting, tevens hun mentrix.

Voordat de les begint, hebben een aantal jongens de velden voor uni-hockey al klaargezet. Iedereen moet op de banken gaan zitten en de docente gaat de presentielijst langs. Daarna probeert ze uit te leggen wat ze van de leerlingen verwacht, maar ze is zo slecht te verstaan dat de helft haar niet kan horen en dus ook niet probeert op te letten. Wat me opvalt, is dat veel leerlingen hun sieraden nog om hebben. De docente zegt hier niks van en dat vind ik erg raar aangezien het ontzettend gevaarlijk is om tijdens het sporten sieraden te dragen.

Tijdens het eerste deel van de les als de leerlingen al aan het uni-hockeyen zijn, is de docente nergens te bekennen. Het is een complete chaos. Er wordt gevaarlijk met de sticks geslagen en gezwaaid en af en toe vliegt er eentje in het rond. De leerlingen houden zich niet aan de spelregels en denken niet aan anderen. Wat me ook opviel, is dat de leerlingen zelf teams hadden gemaakt en dat dat dus absoluut geen eerlijke verdeling is geworden. Veel wedstrijden zijn niet leuk voor de leerlingen, omdat de teams bij lange na niet aan elkaar gewaagd zijn.

Wanneer de docent terug is, worden er nog steeds veel overtredingen gemaakt. Hoewel zij die overtredingen wel ziet, zegt ze er niks van, of ze probeert het wel, maar komt door haar hese stem niet boven het gejoel uit. Ze gebruikt geen fluitje om de leerlingen dan alsnog op hun fouten te wijzen. Ze laat het maar gewoon gaan.

Ze legt de leerlingen wel even uit hoe ze een wedstrijd moeten beginnen, maar verder doet ze vrij weinig.

De docente komt nog wel even naar ons toe en zegt ons te letten op Erik, een jongen uit de klas. Die jongen heeft pdd nos en ADD en als hij bij de les wil blijven, zullen de leraren hem af en toe weer even tot de orde moeten roepen. Ze zegt dat hij het liefst ook alleen in een kleine studio werkt die bij de lokalen zitten.

Les 4 - Duits
De docent was Geert-Jan Schollema.

Na de gymles zijn de leerlingen een stuk drukker geworden. De docent geeft aan dat ze een gesprekje van een minuut moeten voeren in het Duits voor een cijfer en veel leerlingen komen daarover klagen, omdat ze het zijn vergeten, of omdat het niet duidelijk was dat dat vandaag moest, enz.

De begroeting en dergelijke doet hij in het Duits. Daarna leidt hij in wat er in de volgende GPO-week (Grote Praktische Opdracht) van hun verwacht wordt. Voordat hij de leerlingen voor de gesprekjes bij zich roept, mogen ze allemaal nog tien minuten oefenen. De docent zegt later tegen ons dat hij vindt dat leerlingen van dat niveau beter eerst nog even kunnen oefen, zodat ze er weer even in kunnen komen. Hij gunt ze namelijk een goed cijfer. Ook geeft hij van tevoren aan wat ze na het voeren van de gesprekjes moeten doen. Dat is ook meteen huiswerk. Voor alle duidelijkheid heeft hij het ook nog even op het bord gezet:

1. Gespräche --> Note (cijfer)
2. Gespräche üben
3. It's learning 6 december Heft (schrift)

Ik vind het mooi dat de leraar de woorden die de leerlingen al kennen in het Duits op het bord zet en dat hij bij de woorden die de leerlingen nog niet (zo goed) kennen de vertaling schrijft. Hij zegt ook tegen ons dat hij van mening is dat de leerlingen zoveel mogelijk Duits moeten horen en zien, dus hij probeert in zijn lessen ook altijd zoveel mogelijk Duits te spreken.

De leraar reageert leuk op de leerlingen en de leerlingen reageren ook leuk op de leerlingen. Ik denk dat hier sprake is van wederzijds respect. De docent kan wel een grapje hebben en blijft ten allen tijde vriendelijk tegen de leerlingen. Ik vond het persoonlijk ook echt een toffe peer. Hij legde Marjanne en mij tussendoor ook steeds uit waarom hij ervoor koos om dingen op een bepaalde manier te doen. Hij betrok ons echt bij zijn handelingen.

Eén voor een riep hij de groepjes leerlingen bij zich om hun gesprekjes te voeren. De rest van de klas moest dan stil aan het werk zijn, zodat ze de rust niet zouden verstoren. Hij reageerde positief op de gesprekjes van de leerlingen en gaf de leerlingen de kans om hun fouten in te zien en te verbeteren. De cijfers die hij geeft zijn redelijk hoog. Hij zegt tegen ons dat hij dat doet omdat hij wil dat de leerlingen niet gedemotiveerd raken en hij wil dat leerlingen Duits leuk gaan vinden.

Omdat de rest van de klas tijdens de gesprekjes steeds enorm druk zijn, moet de docent hier regelmatig iets van zeggen. Het blijft echter de hele les door druk. Als de les is afgelopen, zegt de leraar dan ook tegen ons dat hij het niet weer op deze manier zou doen bij deze klas. Het was de eerste keer dat hij dit probeerde en hij vond het geen succes.

Aan het einde van de les roept hij een aantal jongens bij zich die constant de rust verstoorden tijdens de les. Eén van hen laat hij diezelfde middag twee uren terugkomen, omdat hij het idee heeft dat het niet tot de jongen doordringt dat zijn gedrag niet acceptabel was. Hij vraagt aan beide jongens hoe zij hun gedrag gaan veranderen voor de volgende keer.

Ook aan deze les zit niet echt een afsluiting. Het enige dat de docent nog zegt is dat hij erg tevreden was over hoe de gesprekjes gingen, maar dat hij ook zag dat de leerlingen moeite hadden met hun mond dicht te houden.

Les 5 - Aardrijkskunde
De docent was een Lio-stagiair, Ruben. De methode: De geo 2 vmbo t/havo

Bij binnenkomst merk je gelijk dat de leerlingen hem graag mogen. Een jongen komt binnen en zegt: 'Box, meneer.' Andere leerlingen beginnen over zijn colbertjasje en geven advies over dat hij de mouwen moet opstropen. Ruben gaat hier leuk op in. Aan het begin van de les zet hij ook al meteen een jongen apart. Als hij vervolgens om stilte vraagt, is het stil.

Hij begint met uitleggen van wat de bedoeling van die les is en hij heeft dat ook op het bord geschreven.

- Toets uitdelen + bespreken
- Introductie
- Lezen/werken
- Afsluiten

Hij laat de leerlingen zelf hun cijfer op de toets uitrekenen met behulp van een formule. Als hij de toetsen heeft uitgedeeld, blijft het even onrustig, maar wordt het langzaam stil. Hij bespreekt dan een aantal dingen die het op de toets zijn opgevallen. De klas wordt nu weer erg onrustig en blijft dat de hele les door.

Na het bespreken van de toets, begint Ruben met het inleiden van een nieuw hoofdstuk. Dit keer gaat het over Nederland. Wij krijgen een boek van één van de leerlingen zodat we mee kunnen lezen. Ik merk tijdens de inleiding dat de leerlingen op alles reageren wat de docent zegt. Ook smoezen ze tijdens de inleiding constant met elkaar. Er heerst geen echte orde. Wat ook niet echt meewerkt, is dat het al laat is en de leerlingen zich al lang hebben moeten concentreren. Ik heb het idee dat hun concentratie wel op is en ze het wel hebben gehad voor vandaag.

Als de docent zegt dat de leerlingen een tekst moeten lezen, merk je aan de leerlingen dat ze daar geen zin in hebben. Ruben laat de leerlingen ook redelijk vrij, wat er toe leidt dat de meeste leerlingen op een gegeven moment niks meer doen.

Hij heeft wel een leuke werkvorm bedacht. Hij laat van vier groepjes één leerling het belangrijkste opschrijven van een stukje van de gelezen paragraaf. Het is wel jammer dat op dat moment vier leerlingen actief zijn, maar dat de rest van de klas maar wat onderuit hangt en met elkaar praat.

Een sterk punt van Ruben is dat hij steeds met humor reageert. Alleen is het deze les voornamelijk erg gezellig en wordt er niet veel gewerkt.

Hij bespreekt aan het eind van de les nog wat de leerlingen op het bord hebben geschreven, maar veel leerlingen letten niet echt op. Af en toe is hij wel alert. Zo zit er een jongen met zijn rekenmachine te spelen. Ruben pakt die uit zijn handen en legt hem op de kop neer. Daarna zet hij nog huiswerk op het bord, maar ziet er niet op toe dat het ook daadwerkelijk gebeurt. Hij probeert er wel op toe te zien, maar het lukt niet. Ook bij deze les ontbreekt een duidelijke afsluiting van de les.

Les 6 - Economie
De docent was Roel Heuke.

Hij begint de les met: 'Even zitten en monden dicht.' De leerlingen zijn weer druk, dus hij zegt: 'Het is weer zover. Het is dinsdag, het laatste uur. Jullie zijn moe, ik ben moe en chagrijnig, zoals altijd.' Hij begint met humor.

Hij wijst er aan het begin van de les op dat het de laatste les voor het proefwerk is en dat ze daarom de opdrachten bij het hoofdstuk gaan nakijken. Als ze vragen hebben, moeten ze hun vinger opsteken.

Ik vind het sterk hoe deze leraar met de leerlingen omgaat, ook al is het tijdens deze les een gigantische chaos. Hij behandelt hen met respect en met veel humor. Hij ziet zelf ook wel in dat de leerlingen totaal niet meer gemotiveerd zijn om wat te doen, dus hij laat het maar voor wat het is. Uiteraard zou je beter kunnen proberen er nog wat van te maken dat laatste uur, maar de leerlingen gaan compleet uit hun dak. Er zijn wel leerlingen die nog nakijken, maar de meeste zijn zo druk dat er niets van komt. Zo nu en dan spoort hij leerlingen nog wel aan om iets te doen. Ik kan zien dat hij normaal gesproken meer orde heeft, want als hij de leerlingen aanspreekt, luisteren ze wel naar hem en hij kan hen ook non-verbaal corrigeren. Ze weten meteen wat de leraar van hen verlangt.

Een opmerking als 'Heren achterin, even rustig. Het is hier geen bokswedstrijd.' wel waarderen.

Aan het einde van de les legt de docent nog uit dat de leerlingen de berekeningen wel op de toets moeten zetten. Dat gaat heel vaak mis namelijk. Hij legt ook uit wat ze moeten leren en dat ze de begrippen moeten kunnen toepassen. Terwijl hij deze dingen vertelt, zijn de leerlingen een stuk rustiger. Daarna is het weer een hels kabaal. Het laatste kwartier mogen ze achter de computer kruipen.

Korte analyse van de dag
Als ik de gehele dag zo bekijk, merkte ik aan de leerlingen dat naarmate de dag vorderde, ze steeds drukker werden. Ik had niet het idee dat dat compleet aan de docenten lag. De concentratie van de leerlingen verslapte gewoon enorm. Ik heb gezien dat er in klas T2A een gezellige sfeer heerst. De leerlingen zijn leuk en toegankelijk en ze hebben respect voor elkaar en voor de docenten. Het was een geslaagde dag.

Gesprek
Aan het einde van de dag hadden Marjanne en ik nog een gesprek met Helen ten Berge en Liesbeth Molendijk. Ik ben uiteindelijk bij Helen geplaatst en Marjanne bij Liesbeth. We kunnen elkaar waarschijnlijk nog wel observeren tijdens de tussenuren, maar we lopen niet samen stage. Ik hoop dat ik een leuke stage tegemoet ga, maar daar ga ik wel vanuit. Helen lijkt me ontzettend leuk om als coach te hebben. Zij weet wat er ongeveer van ons wordt verwacht en wat er van haar als coach wordt verwacht.