woensdag 14 december 2011

Stagedag 5, 14 december

Vandaag was Helen er gewoon weer. De toestand van haar zus is nog steeds hetzelfde, maar ze mocht weer naar huis van de neuroloog.

Ik heb een gezellige dag gehad vandaag. We hadden vandaag drie normale lessen en één steruur. Een steruur houdt in dat er een leraar uitvalt en dat die les dan wordt overgenomen door een andere docent. Tijdens die les kunnen leerlingen aan verschillende vakken en opdrachten werken.

Ik heb nu al redelijk wat lessen van Helen mogen volgen. Wat me opvalt is dat Helen zich eigenlijk altijd hetzelfde gedraagt: ze is consequent, streng, positief, ze heeft humor, ze vertelt tijdens haar lessen regelmatig iets over haar privéleven en ze is geduldig en vriendelijk. Haar lesopbouw is ook vaak hetzelfde. Aangezien ik niet continu in herhaling wil vallen over haar handelingen zal ik mijn verslagen iets bondiger houden.

Les 1
Dit was weer haar mentorklas, een eerste vmbo t/havo klas. Helen begon de eerste les weer met het activeren van voorkennis. Dit doet ze elke les even om hun geheugens op te frissen. Ze kwam terug op het maken van vraagzinnen met 'to be', 'can' en 'to do'. Ze schreef gewone zinnen op het bord, bijvoorbeeld 'She is friendly.' en de leerlingen moesten daar vraagzinnen van maken. Die schreef ze vervolgens ook op het bord, bijvoorbeeld 'Is she friendly?'. Eén van de zinnen die ze op het bord zette, was als volgt: 'Margreet loves chocolate.'. Ze zei vervolgens: 'Dat is mijn beste vriendin en ze houdt echt van chocola. De leerlingen moesten hier een vraagzin van maken: 'Does Margreet love  chocolate?'. Ze attendeerde de leerlingen er nog eens extra op dat er twee dingen gebeurden, namelijk dat je een vraagzin met 'to do' maakt en dat de 's' van loves verdwijnt en naar 'Do' verschuift.

Na de inleiding bespreken ze het huiswerk mondeling. Het is een opdracht waarin leerlingen vragen moeten opschrijven die passen bij het gegeven antwoord. Voor het bespreken, zegt Helen nog dat ze om een vraagzin te maken het werkwoord moeten gebruiken dat gegeven is in het antwoord. Als daar al een vorm van 'to be' of 'can' in staat dan gebruik je dat woord, als dat niet het geval is dan gebruik je 'do/does'. Helen wijst steeds iemand aan die een zin voor moet lezen. Af en toe worden do en does door elkaar gebruikt en dan zegt Helen steeds: 'Bijna! Je moet nog één klein dingetje veranderen.' Ze reageert steeds positief op leerlingen en stimuleert de leerlingen die een fout antwoord geven om zelf op het goede antwoord te komen. Na het bespreken, zegt Helen: 'Zo'n opdracht krijg je niet op de toets. Nee, ik maak zinnen en die moet je dan vragend maken.'. Ook dat doet Helen vaak. Ze legt steeds uit wat er op de toets komt, zodat de leerlingen weten wat ze kunnen verwachten en zich dus ook op de juiste manier voor kunnen bereiden.

Opeens roept een meisje: 'Mevrouw, mijn hele tas is nat. Alles is nat.'. Haar pakje drinken was in haar tas geknapt. Helen vertelt dan dat zij in de brugklas een beker had met zo'n drukdop, dat die regelmatig open ging in haar tas en dat haar hele tas er dan regelmatig ook onder zat. Ik vind het leuk dat ze af en toe iets over zichzelf vertelt aan de leerlingen. Ik denk dat dat een band tussen docent en leerling sterker kan maken. Ik merkte vandaag in ieder geval dat de leerlingen het leuk vonden dat Helen dit over zichzelf vertelde. Ze beginnen dan een beetje te lachen en te kletsen.

Helen begint met een nieuw onderwerp: ontkenningen met not. Als Helen op het bord begint te schrijven, is een jongen, Jacob genaamd, weer druk aan het kletsen. Helen draait zich om en zegt: 'Ik vind dit heel vervelend, hoor Jacob!'. De klas is meteen helemaal stil. Als Helen de leerlingen aanspreekt op ongewenst gedrag, heeft dit altijd het gewenste effect. Dat vind ik heel knap. Ze gaat verder met de ontkenningen. Ze schrijft leuke voorbeeldzinnen op het bord die de leerlingen dan om moeten zetten in ontkenningen. Ook die zinnen schrijft ze op het bord.

Met 'to be':
I am a nice girl.
He is cute! (O, hij is zo leuk, hij is zo leuk!, zegt Helen.)
We are lost.

Met 'can':
I can see you.
He can call me. ('Nou, ik heb liever niet dat hij me belt.', zegt Helen, 'Hoe zeg ik dat?')

Helen zegt dan tegen de leerlingen: 'Dit levert eigenlijk nooit problemen op, maar nu do/does (he-she-it).

I like you.
I don't like you.
She hates me.
She doesn't hate  me.

Na deze uitleg, legt Helen de oefening uit die de leerlingen moeten gaan maken. Ze doet eentje van de opdracht alvast voor:
A bear can't fly, (Helen: 'Nee, is een heel vreemd gezicht.') but it can climb a tree. 
Ze maakt dus weer even een grapje tussendoor, zoals ze zo vaak doet.

Af en toe roept Helen de leerlingen weer even tot de orde. Tegen twee jongens die een 10 hadden op het so zegt ze op een grappige manier: 'Jullie mogen dan wel een 10 hebben allebei, maar er wordt wel gewerkt hoor. Gaan direct naast de schoenen lopen.'

Aan het einde van de les geeft Helen de toetscijfers aan degenen die dat willen. Ze zegt van tevoren: 'Als ik kijk naar de t-cijfers, is het heel heel heel heel heel goed gemaakt.'. Zij leest een naam voor en die leerlingen moet dan ja of nee zeggen om aan te geven of Helen het cijfer hardop voor mag lezen. Ze leest vervolgens bij elke leerling twee cijfers op. Eén voor tl-niveau en één voor havo-niveau. Er zitten hele hoge cijfers bij en een paar lage, maar over het algemeen is de toets heel goed gemaakt.

Na het geven van de cijfers zegt ze: 'Dames en heren, pak je agenda. Het is nog geen tijd.'. Ze schrijft vervolgens het huiswerk op het bord en de leerlingen moeten verder gaan met de opdracht.

Weer mis ik de terugkoppeling op het geleerde. Ik heb bij Helen nog geen terugkoppeling gezien in al die lessen en ook de echte check-op-begrip mist tot nu toe. Ze vraagt wel of iedereen het snapt, maar dat is natuurlijk geen echt check-op-begrip. Ik hoop maar dat ik deze twee belangrijke punten niet vergeet tijdens mijn lessen. Ik zal ze goed op mijn lesformulier moeten zetten.

Les 2
De tweede les is een steruur van KT1A. Dat is één van de twee klassen die ik tijdens mijn stage les ga geven. Tijdens het steruur wordt er niet echt les gegeven. De rol van de docent houdt in dat je moet begeleiden en dat je controleert of de leerlingen wel echt met school bezig zijn. Ik zelf heb mijn eerste contact met een aantal leerlingen gelegd tijdens dit steruur. Ik vond het wel een mooie gelegenheid om vast een band op te bouwen. Ik heb me ook aan hun voorgesteld. Dat waren Helen en ik nog vergeten te doen bij deze klas. Verder heb ik hun spullen uitgedeeld, omdat ik hun namen vast wilde oefenen. Tijdens dit uur heb ik leerlingen af en toe geholpen, heb ik gecontroleerd of de leerlingen achter de computers wel echt met school bezig waren en heb ik wat met Helen gekletst. Het was een gezellig uur.

Helen had me nog een mailtje laten zien van een vader die wat wanhopig was over de resultaten van zijn dochter (hij was ietwat beschuldigend naar Helen toe) en ze vroeg nog hoe ik op zo'n mailtje zou reageren. Af en toe zei ze: 'Dit kan ik wel zeggen toch?'. Ik vond het leuk om erover na te denken hoe ik op 'beschuldigende/wanhopige' mail zou reageren. Ook vond ik het wel eens interessant om te zien dat docenten zulke dingen ook allemaal meemaken met ouders. Ik had er nog niet eerder echt over nagedacht, maar dat is ook een kant van het onderwijs: 'Hoe ga je om met kritiek/beschuldigingen van ouders?'.

Tijdens het steruur draaide Helen nog een muziekje om het wat gezelliger te maken voor de leerlingen. Ze zei tegen me dat leerlingen dat altijd erg leuk vonden. Er hing een gezellige, gemoedelijke sfeer tijdens dit uur.

Les 3
Dit was de les Engels voor KT1A, dezelfde klas van hierboven.

Helen begint de les weer met een terugkoppeling op de vorige les, in dit geval een terugkoppeling op de bezits-s. Ze kijken de huiswerk opdracht gezamenlijk na en Helen schrijft de antwoorden op het bord.

Het valt me wel op dat Helen vaak de leerlingen met de vingers omhoog de beurt geeft. Dan vind ik jammer, want de leerlingen zonder de vingers omhoog vinden het juist vaak moeilijk en door hun de beurt te geven kan Helen erachter komen waar het probleem ligt en kan ze hen verder helpen.

Er zijn twee meiden die niet snappen waarom je het bezit van meervoud alleen met een apostrophe achter het woord aangeeft en niet met 's. Helen legt het hun uit, maar dan snappen ze het nog niet. Dan vraagt Helen aan de andere leerlingen of er iemand is die het de meiden uit kan leggen, maar ze krijgt niet echt goede hulp. Helen heeft het toen nog een keer stap voor stap uitgelegd aan de leerlingen en deze stapjes heeft ze op het bord gezet. Ze blijft heel geduldig. Na een tijdje begint er iets te dagen bij de meiden. Helen zei later tegen mij dat ze het aan de leerlingen vroeg, omdat die het soms op hun eigen niveau begrijpelijker kunnen uitleggen aan medeleerlingen. Zo nu en dan kan het zijn dat een docent te moeilijke woorden gebruikt of dat ze niet ziet waar het probleem bij de leerlingen ligt. Op zulke momenten kunnen medeleerlingen het soms beter aan elkaar uitleggen, omdat ze van elkaar begrijpen waar het probleem ligt/wat moeilijk is. Toen Helen de extra uitleg aan die meiden gaf, werd de rest van de klas steeds rumoeriger, omdat zij het wel al snapten. Dus roept Helen hen weer tot de orde: 'Dames en heren! Wij gaan verder met 7.' Het wordt weer stil.

Na het bespreken van de opdracht vraagt Helen: 'Wie had ze alle acht goed? Keurig, heel goed.'. Ze zet de leerlingen aan het werk met de test yourself. De leerlingen die daar al klaar mee zijn, moeten verder gaan met de reading letters, of ze mogen de stones en de grammatica leren. Ze heeft altijd een extra opdracht achter de hand.

Als de leerlingen met de test yourself aan de gang zijn, klets ik wat met Helen. Ze vertelt me over haar kerstplannen met haar man en hun vrienden. Ze laat me ook foto's van haar facebook zien van haar dochtertje, haar man en van haar zelf. Ik vind het fijn dat ik Helen wat beter leer kennen, want dan durf ik ook wat meer van mezelf te laten zien. Dat zal me helpen als ik straks zelf voor de klas sta en zij mij observeert en beoordeelt.

Aan het einde van de les geeft ze de cijfers aan de leerlingen die dat willen. Ze leest weer twee cijfers voor. Deze keer is het eerste cijfer voor het kb-niveau en het tweede voor het tl-niveau. Dan laat ze de leerlingen gaan.

Les 4
De vierde les had Helen klas TH1B. Dit is de andere klas die ik onder mijn hoede krijg.

Helen begon ook deze les met een terugkoppeling op de bezits-s. Daarna leidt ze de opdracht in die de leerlingen moeten uitvoeren. Deze leerlingen gaan over de bezits-s. Als de leerlingen klaar zijn, bespreken ze de opdracht. Helen vraagt aan de leerlingen wie de antwoorden op het bord willen schrijven en er gaan weer veel vingers de lucht in. Ze kiest er twee.

De leerlingen moeten nog een paar opdrachten maken die ze daarna weer gaan bespreken. Weer mogen een aantal leerlingen de antwoorden op het bord schrijven.

Eén jongen, Ferdinand, is de hele tijd aan het kletsen en lachen. Helen had hem al gewaarschuwd dat ze hem eruit zou sturen als hij niet stil zou zijn en uiteindelijk moet ze hem er uitsturen. Hier schrikt de rest een beetje van denk ik, want ze worden allemaal ineens een stuk rustiger en stiller. Helen waarschuwt ook dat wie er nog praat, wordt opgeschreven en strafwerk krijgt.

Na de les komt Ferdinand terug met de ingevulde strafbrief die Helen controleert en waar ze haar handtekening onder zet. Deze moet hij inleveren. Helen geeft hem ook strafwerk mee naar huis. Hij moet een bladzijde uit het textbook overschrijven. Ik vind het goed dat ze hem eruit had gestuurd, want hij praatte veel te veel tijdens de les en dat verstoorde de les. Ik vond het overigens wel een schattige jongen, maar dat terzijde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten